dinsdag 4 november 2014

Goede zorg

Ik lig samen met Tara, het Maltezertje van mijn ouders, op de bank onder twee warme plaids. Door de speakers van de radiotoren galmt ´Vandaag is rood´ en vanuit mijn ooghoeken zie ik mijn zusje achter de laptop zitten. Vanachter het beeldscherm klinken wat uit de maat meegezongen tonen en vanuit de keuken verspreid zich een geur van gebakken ham en champignons. Mijn moeder doet haar best haar concentratie bij de spaghetti te houden die ze aan het maken is. Dat verloopt echter wat moeizaam aangezien Rony nog niet zo goed is afgericht en keer op keer weer de keuken inloopt. Na de zoveelste poging van Rony om wat ham te bietsen wordt hij streng doch rechtvaardig door haar terechtgewezen en krijgt een levensles om zijn oren: ´Ja Rony, het leven is niet altijd gevuld met krijgen wat je wilt´ en op die manier wordt hij weer de keuken uitgestuurd.

Vanaf de bank aanschouw ik dit schouwspel en voel mij vervuld met liefde voor deze mensen. Het is onderhand drie dagen geleden dat ik geopereerd ben aan mijn galblaas en het gaat langzaam aan steeds beter. Ik ben nu twee dagen morfine-vrij en heb vanmiddag weer mijn eerste wandeling gemaakt in de frisse buitenlucht. Het wandelen viel mij zwaar. Gelukkig liep ik aan de arm van mijn moeder en kon ik van tijd tot tijd op haar steunen.

Een gevoel van dankbaarheid overvalt mij. Ik ben dankbaar voor deze familie. Misschien is het allemaal niet perfect. Ook wij hebben onze strubbelingen en als zussen vechten wij elkaar vaker de tent uit dan ik graag zou willen zien. Toch is er één ding waar ik ten alle tijde zeker van kan zijn; we zijn er voor elkaar als we elkaar nodig hebben.

Zo kwam zus één mij samen met papa-lief het ziekenhuis uitrollen toen ik de eerste dag, nog zwaar gedrogeerd en in een rolstoel, de ziekenzaal mocht verlaten. Zus twee kwam een dagje later en had als beterschapscadeautje wat lekkere jammetjes meegenomen omdat ik daar nu weer zonder angst voor pijnaanvallen van kon genieten. En dan hebben we nog mijn ouders die hun huis voor mij en mijn hele entourage openstellen als revalidatieplaats. Ik hoef mij zolang ik hier ben alleen bezig te houden met mijn gezondheid. Onderwijl runnen mijn ouders het huishouden, spelen zij de bediende voor mijn katten, gaan ze naar hun werk, nemen Rony mee uit wandelen en verzorgen zij bovenop dat alles mij ook nog eens.

Op momenten zoals deze besef ik mij weer even hoe fijn het is om een familie te hebben waar ik op terug kan vallen. De afgelopen jaren heb ik geleerd dat dit niet een standaard gegeven hoeft te zijn. Familierelaties zijn gecompliceerd. Zij staan bol van de vaststaande structuren en rolpatronen. Een ieder die daar, net als mij, wel eens uit heeft geprobeerd te breken zal dit kunnen beamen. Juist deze mensen, die qua DNA het meest op je lijken, kunnen je ook het meeste pijn doen. In het Duits hebben ze daarvoor een mooi gezegde: 'Was sich liebt, das neckt sich.'

Juist op momenten dat het leven mij overvalt en alle gezondheid en vastigheid weggeslagen is, vind ik het fijn te weten dat mijn familie er is. Zij lijken altijd aan mijn zijde te staan. Als een veilig 'back up plan' wat in werking gezet kan worden als ik het nodig heb.

Ja...familie is in tijden als deze onmisbaar en ik ben dankbaar voor al hun goede zorg.

zondag 26 oktober 2014

Onder het mes

Daar lig ik dan, in een bed wat mij veel te groot is. Keer op keer verdwijn ik in de grote, zware lakens. Ook mijn knuffel lijkt in al dat stof te verdwalen. Ik kan ´m in ieder geval niet vinden als ik wel wat steun kan gebruiken.
Boven mij is de muur versierd met ansichtkaarten. De een is nog mooier dan de ander en sommige kinderen hebben zelfs een tekening voor mij gemaakt. Al die aandacht zorgt ervoor dat deze koude, kille ruimte toch een persoonlijk tintje krijgt.

Vanaf het nachtkastje staren een stel poppetjes mij aan. Het zijn Polly Pocketpoppetjes die ieder in een eigen wereld behoren te leven. Zo heb ik al de Chinese tuin en het winterlandschap. Op een paar poppetjes na is mijn collectie compleet. Dat krijg je als je al een aantal maanden in het ziekenhuis ligt en elke bezoeker wat poppetjes meeneemt.

Ineens is mijn bed op een andere plaats. De lakens zijn weggeslagen en ik heb een infuus in mijn hand gekregen. Om mij heen staan allemaal piepende machines en voor ik het weet wil iemand een kapje op mijn mond zetten: ´Om even lekker te gaan slapen´ zegt ze. Maar ik wil helemaal niet slapen. Beter nog; ik wil hier weg!

Een stel mensen buigt zich over mij heen. Ik herken mama en de aardige mevrouw waarmee ik altijd knutsel en spelletjes speel. Zij zeggen mij dat het goed is, dat ik lekker mag gaan slapen en hen weer zie als ik wakker word. Het kapje wordt op mijn mond gezet en in drie, twee, één val ik weg...


Ineens schrik ik wakker. Ik kijk versufd om mij heen. Mijn hart gaat als een razende tekeer. Langzaam begin ik mij te beseffen dat het een droom was en lukt het mij weer om vrij adem te halen.

Het is niet echt handig als chronisch zieke met een krakkemikkig lichaam een post traumatische stressstoornis te hebben die betrekking heeft op artsen, ziekenhuizen en alles wat daarbij komt kijken.

Zo ook nu; ik moet geopereerd worden aan mijn galbaas.
Volgens de echoscopiste zat deze 'stampvol stenen'. Ik heb ze niet gezien of kunnen tellen, maar ik heb ze wel degelijk gevoeld. Bij nacht en ontij krijg ik pijnaanvallen die uren duren. Tijdens zo'n aanval is het net alsof er constant messen in mijn buik gestoken worden. Niets lijkt de pijn minder te kunnen maken en zelfs door een flinke pijnstiller als diclofenac komen de steken nog heen. Pas als een aanval is gaan liggen kan ik weer rustig ademhalen en mijzelf ontspannen.

Mijn enige kans op een galsteenaanval-vrij leven ligt in het weghalen van mijn galblaas. En dus zit er niets anders op dan mij te laten opereren. Voor het eerst in tweeëntwintig jaar zal ik weer onder het mes gaan. En ik kan je vertellen dat dit niet goed samengaat met een PTSS.

Nu zul je vast denken: 'Ja maar Fem, een operatie is toch voor iedereen eng? Niemand zal er een goed gevoel van krijgen om onder het mes te gaan.'
Dat ben ik volledig met je eens. Het verschil met mensen die onder het mes gaan zonder eerder traumatische ervaringen op dat gebied gehad te hebben is echter dat ik twee soorten angst voel:
Er is een volwassen angst die net als bij elke andere volwassene in deze situatie aanwezig is. Deze angst is vooral gericht op het loslaten van de controle en valt goed binnen proportie te houden met rationeel denken.

Daarnaast heb ik echter ook een angstig kind in mij. Een kind wat op sommige momenten de overhand krijgt en mijn volwassen denken overneemt. Dat kind snapt niets van alles wat er om haar heen gebeurd en voelt zich verloren in de medische malle molen. Dat meisje snapt niet wat er gebeuren gaat, waarom er in haar gesneden gaat worden en probeert wanhopig wat zekerheid te vinden. Dit meisje ben ik op zevenjarige leeftijd. Het is aan mijn volwassen versie om haar de zekerheid te geven die zij nodig heeft.

De laatste week droom ik weer over enge artsen en ziekenhuizen. Ik schiet snel uit mijn slof en merk dat ik door de oplopende spanning een beetje de neiging heb te grijpen naar oude overlevingsmechanismen.
Gelukkig heb ik 'mijn terugval' snel door. Ik pak het crisis-, terugvalpreventie-, en signaleringsplan wat ik de afgelopen jaren gemaakt heb en maak meteen een plan om mijzelf overeind te houden.

Al met al hoop ik dat deze operatie een positieve ervaring zal worden zodat de slechte herinneringen naar de achtergrond verdwijnen en er een nieuw vertrouwen kan groeien in de medische zorg. Zo kan zelfs zo'n ellendige operatie nog omgetoverd worden tot een leermoment. Dat maakt de angst niet minder, maar geeft mij het gevoel dat het tenminste nog ergens goed voor is!

maandag 20 oktober 2014

Het gaat goed!

De laatste paar maanden in therapie ging het eigenlijk best goed met mij. Ik durfde mijn gevoelens te delen, grenzen aan te geven en begon mijn plaats in de groep op te eisen.
Toch is het voor mij een hele worsteling geweest om toe te geven dat het goed ging. Je zou denken dat dat niet zo moeilijk moet zijn aangezien je 'goed voelen' toch het ultieme doel is wat je met therapie probeert te bereiken. Voor mij was het echter niet zo makkelijk...

Ik weet nog dat we op een vroege vrijdagmorgen met zeven groepsgenoten plus twee psychologen in een stoffig gymzaaltje in een kring zaten. Zoals gewoonlijk begonnen we de dag met een ´Hoe zit je er vandaag bij?´ rondje.
Ieder groepslid had die week iets heftigs meegemaakt of voelde zich om een of andere reden niet goed. Hoe dichter mijn beurt naderde des te zenuwachtiger werd ik. Ik betrapte mijzelf erop dat ik haastig op zoek ging naar een probleem. En toen was daar het moment van de waarheid: 'Hoe gaat het met jou Femke?'

Ik begon te twijfelen aan mijn gevoel; het kon niet goed met mij gaan, ik voelde het vast verkeerd! Ik was zo gewend geraakt aan tegenslag, problemen en negativiteit dat ik niet zo goed uit durfde te komen voor mijn goede dag.

Al mompelend stamelde ik een verontschuldiging en dat het met mij best wel okay ging. Gelukkig ging de therapeute daar op in en wees mij er op dat ook dat gevoel er juist mag zijn. Dat het niet de bedoeling is dat we in therapie alleen maar ruimte geven aan moeilijkheden en zware gedachten, maar dat ook juist het goede er mag zijn.

En weet je? Eigenlijk staat hetgeen er die vrijdagochtend gebeurde een beetje gelijk aan waarom ik de afgelopen weken niet geblogd heb.
Ik ben het zo gewend om altijd maar in mijn hoofd te zitten. Zaken te overdenken, analyseren, herkauwen en vervolgens op een rijtje te zetten in een blog. De stukken die ik schrijf zijn vaak inherent aan mijn proces. Zij geven weer waar ik sta. Soms heb ik als ik hen schrijf al geworsteld met het onderwerp in kwestie en soms zit ik er ook nog middenin.

Ergens is de gedachte in mijn hoofd geslopen dat het alleen maar boeiend is als ik ergens moeite mee heb of mee worstel. Terwijl ook juist de overwinningen gevierd mogen worden! :)

De afgelopen weken was er geen worsteling. Het was heerlijk rustig in mijn hoofd. Het gaat hier goed! Ik merk steeds meer dat mijn leven na de therapie vorm begint te krijgen en daar geniet ik van.

Ik twijfelde erover of ik jullie dit wel kon melden. Het voelt wat onveilig om open en bloot te zeggen dat het hier goed gaat. Ik weet niet beter dan dat de afgelopen 28 jaar overleven zijn geweest. Eigenlijk voelde het nooit 'goed'. Ik had altijd zorgen, maakte mij altijd wel ergens druk om en dat vertaalde zich in een groot aantal lichamelijke en psychische klachten.

Ik vind het nu dan ook best spannend om uit te spreken dat het goed met mij gaat. Het maakt mij een beetje bang voor de toekomst. Net alsof ik nu dan over mij uitroep dat het alleen nog maar slechter kan gaan.

Ook dit is denk ik vertrouwen krijgen. Vertrouwen krijgen in dat ik mij goed kan blijven voelen ongeacht de omstandigheden. Vertrouwen krijgen in een hoopvolle toekomst. Vertrouwen krijgen in dat ik mij vandaag goed kan voelen en dan morgen, volgende week of over een maand zelfs nog een beetje beter! Soms zal er een slechte dag tussen zitten, maar dat hoeft niet te zeggen dat ik terug bij af ben.

Ja....naar dát vertrouwen wil ik toegroeien want volgens mij is het leven daarvoor bedoeld!

zaterdag 20 september 2014

Van geluk tot stokslagen naar reflectie en groei.

Er zijn van die dagen waarbij ik bij het opstaan al lastig word gevallen door deprimerende gedachtes.
Gedachten die mij vertellen dat ik niets ben en nooit wat zal worden en dat mijn leven niets voorstelt.  Gedachten die mij wijzen op hoe mislukt mijn leven is.
Gedachten die mij in de slachtofferrol drukken en waar ik mij op die momenten even helemaal door over laat nemen. Ik voel mij slachtoffer van mijn eigen leven en geef mijzelf klap na klap door al mijn falen nog eens langzaam na te gaan in mijn hoofd:

'Ik ben Femke. Ik ben 29 jaar. Ik ben werkloos en ben daardoor betekenisloos voor deze maatschappij. Ik zit thuis alleen maar op de bank te hangen en mijn kwaliteiten en capaciteiten blijven daarmee onbenut. Ik ben al jaren single en kinderloos. Ik heb nog nooit een langdurige relatie gehad en zou niet weten hoe het is om langer dan een paar maanden met iemand mijn leven te delen. Ik ben niets waard en geloof ook niet dat anderen iets in mij zullen gaan zien.'

Vermoeiende gedachten he? Ze blokkeren mij volledig en zuigen energie. In alles valt te lezen dat ik mislukt ben en gigantisch heb gefaald....

Vanmorgen werden deze gedachten getriggerd door het zien van een prachtige zwangerschapsshoot van een kennis van mij. Het geluk straalde van de foto af. Een stralende mama met een mooie ronde buik met daarop liggend een bevestigende, liefkozende hand van de papa in spé.

Natuurlijk was ik blij voor haar! Ik gun iedereen het geluk van het vinden van liefde en het uitbouwen daarvan door een gezinnetje te starten.
Toch voelde ik ook de jaloezie steken en liet mij even meenemen in zelfmedelijden: 'Zij wel en ik niet. Zie haar gelukkig zijn en mij hier ongelukkig, alleen en mislukt op de bank zitten.'

Haar geluk boog ik om tot mijn stokslagen. Ik vergat de weg die ik heb afgelegd. Alle overwinningen en groeiprocessen leken ineens mijlen ver weg.

En dat terwijl ik afgelopen week een grote stap heb gezet door afscheid te nemen van de psychische hulpverlening. Na een periode van drie jaar intensieve therapie is het einde dan toch eindelijk gekomen!
Ik ben er klaar voor om op eigen kracht verder te gaan. Dat vind ik best eng, de angst om te falen en terug te vallen blijft aanwezig. Aan de andere kant voelt het fijn om eindelijk weer eens te leven zonder mijzelf constant onder de loep te hoeven nemen. Ik ben nu meer in staat te leven in het hier-en-nu in plaats van elke keer terug te moeten kijken naar vroeger.

Met het loslaten van die hulp breekt ook een nieuwe periode aan. Een periode waarin ik mag gaan ervaren hoeveel kracht ik in mij heb en hoe goed ik onderhand ben geworden in het zelfstandig opkrabbelen als het even misgaat in mijn hoofd; als oude gedachten, waar ik overigens allang niet meer in geloof, weer even de overhand krijgen en mijn waarheid lijken te worden.
Mijn zelfvertrouwen mag gaan groeien en langzaam ben ik op zoek naar een nieuwe daginvulling. Dat betekent nu nog het vinden van nieuw vrijwilligerswerk en hopelijk op de langere duur het vinden van een leuke, passende baan.

Dat het vanmorgen even misging in mijn hoofd na het zien van die zwangerschapsfoto is helemaal niet erg. Het geeft denk ik alleen maar aan hoe graag ik dat geluk ook zou willen vinden! Het is een bewijs van de dromen die in mij verscholen liggen. Hopelijk komen zij op den duur ten uitvoer.

Door vanmorgen die gevoelens en gedachten van jaloezie, boosheid, zelfmedelijden, gemis en angst er even te laten zijn merkte ik ook dat zij vanzelf verdwenen. Door deze gebeurtenis groeit mijn vertrouwen in de toekomst weer. Het is een extra onderstreping van hoe klaar ik was om te stoppen met psychische hulp. Want ja, ik kan de wandeling van het leven echt wel weer alleen aan met al zijn bergen en dalen. Een hulpverlener hoeft mij niet meer te vertellen hoe belangrijk het is om gevoel er te laten zijn. Ik heb andermans begrenzing niet meer nodig als ik mijzelf toesta het te voelen.

Het word mij weer eens duidelijk: Ik ben gegroeid. Van kind naar vrouw.
De oude gedachten kloppen niet langer. Zij hebben plaats moeten maken voor nieuwe inzichten. Ik leef met een nieuwe waarheid.

'Ik ben Femke. Een leuke, gezellige en mooie vrouw van 29 jaar. Nu nog single en genietend van het leven wat ik heb. Ik voel mij klaar om een langdurige relatie aan te gaan en sta er open voor om mijn leven met iemand te gaan delen. Ik heb een kinderwens, maar ben tegelijkertijd heel erg blij dat ik nu nog niemand anders heb om voor te zorgen dan mijzelf. Ik ben werkloos, maar probeer mijn kwaliteiten en capaciteiten in te zetten voor vrijwilligerswerk. Zo draag ik toch mijn steentje bij in deze maatschappij tot ik er klaar voor ben om mijn uitkering achter mij te laten en door te groeien tot een echte baan.'

Dus oude gedachten... Eat that! ;)

zondag 14 september 2014

Liefde het grootste goed?

Heel, heel lang geleden was er eens een meisje genaamd Femke. Zij werd geboren in een dorpje wat bol stond van de traditionele kerken. In de plaats waar zij opgroeide was het de gewoonte om de week met de kerk te beginnen. Zo was daar elke zondag het ritueel van het vroege opstaan en onder begeleiding van het luide klokkengeluid nog even snel de wc in glippen voor de dienst begon.

De zangdienst bracht mij wekelijks aan het lachen. Wij zongen als gemeente namelijk steevast achter het orgel aan. Elke noot uit onze mond klonk een tel later dan het orgel dat had ingezet. Zelfs de meest makkelijke psalmen bleken een uitdaging als je hen met zo´n 150 man in koor wilde zingen.

Negen van de tien keer kreeg ik niets mee van de preek. In mijn jongere jaren had ik die mogen ontvluchten door naar de kindernevendienst te gaan, maar toen ik een tiener werd was ik daar volgens mijn ouders toch echt te oud voor. En dus zat er niets anders op dan lampen tellen, mensen kijken en snoeppapiertjes vouwen. ( Wist je dat je met één enkel fruitella-papiertje de prachtigste origamifiguurtjes kon maken? Maar dat geheel terzijde...)

Na de dienst schoot ik vaak snel de kerk uit. Ik had dan even de tijd om mijn vriendinnetjes weer te spreken en speelafspraken te maken voor de aankomende week. Het hele dorp zat zo'n beetje in dezelfde gemeente en op zondagochtend waren de straten leeg. Eenmaal thuisgekomen was er ruimte voor koffie met een luxe koek en daarna trokken wij steevast als gezin de natuur in voor een heerlijke wandeling over het strand.

Die zondagen in de kerk hebben mij gevormd. Zij hebben mij structuur, veiligheid en vooral ook geloof gebracht. Ik leerde vertrouwen op een liefdevolle Vader. In die tijd was dat voor mij nog een man met een baard die hoog in de wolken woonde en mij altijd zag. Dat vond ik niet eng, nee, dat voelde veilig. Er was mij namelijk geleerd dat deze Meneer er voor mij wilde zijn en dat ik  altijd met Hem kon praten. Mijn kinderlijke geloof draaide om God. En God was Liefde werd mij altijd verteld. Zo simpel was het in die tijd.

Vandaag de dag is het echter niet meer zo simpel als toen. Het geloof is nog steeds belangrijk voor mij en vertrouwen in God is als een leidraad in mijn leven. Maar steeds vaker twijfel ik eraan of liefde nog steeds het grootste goed is. Zo ook deze week...
Vicky Beeching, een bekende zangeres en theologe in de Christelijke wereld kwam afgelopen week namelijk uit de kast. Na haar echte identiteit jaren verborgen te hebben gehouden heeft ze eindelijk de moed gevat om de strijd naast haar neer te leggen en te gaan staan voor wie zij is.

Deze vrouw heeft op vele Christelijke podia gestaan en wist dat zij met het uitspreken van deze woorden een hoop kritiek over zich heen zou krijgen. Want ook al is het in de buitenwereld onderhand heel normaal om op te biechten dat je op iemand van hetzelfde geslacht valt; voor mensen in de traditionele gemeenten is niets minder waar.

Een flink aantal reacties op haar coming out komen overeen met mijn schrikbeeld; er wordt getwijfeld aan Vicky's geloof. Kerken hebben de door haar geschreven liederen op een zwarte lijst gezet en Vicky moet vooral niet denken dat zij daar nog zal mogen spreken. Geloofsgenoten twijfelen aan haar oprechtheid en vinden dat zij haar voorbeeldfunctie moet neerleggen.
Het is voor hen één dat zij die lesbische gevoelens heeft, maar er dan ook nog wat mee willen doen kan totaal niet gerijmd worden met het échte Christelijke geloof. Er wordt met Bijbelteksten gegooid en de Liefde lijkt ver te zoeken. In de reacties lees ik vooral afwijzing. Voor hen is het afwijzing van haar levensstijl, voor mij voelt het als afwijzing van een deel van haarzelf.

Zonder er te diep op in te gaan wil ik zeggen dat ik Vicky's worsteling herken en dat het voor mij een grote steun is dat zij openlijk uit is gekomen voor haar gevoelens voor vrouwen.
Het laatste jaar ben ik zoekend geweest als Christen binnen het geloof. Ik heb onderzocht hoe mijn geloof samen kon gaan met mijn gevoelens. Of deze überhaupt samen door een deur konden gaan. Ik heb gekeken naar wat ik voelde en wat ik daarover dacht. Ik heb geworsteld met God en de teksten die Hij in Zijn schrift heeft laten opschrijven. Ik was en ben niet zozeer bang voor de afwijzing van God. Uiteindelijk kwam ik namelijk tot een conclusie die jaren geleden al in mij was gelegd: God - is - Liefde.

Mijn angst ligt puur op het gebied van afwijzing door mijn mede-gelovigen. Door die angst heb ik een tijd moeten overwegen of ik deze blog überhaupt online wil zetten. Ik vind het eng, maar wil mij net zo moedig als Vicky tonen. Haar coming out heeft mij gesteund en ik hoop dat het ook voor anderen de weg naar openheid vrij maakt. Ik heb namelijk net als haar niet om deze gevoelens gevraagd, maar probeer er wel een weg in te vinden samen met God.

zondag 24 augustus 2014

Zo´n dag als alle anderen.

Het is zo´n dag als alle anderen. Zo´n doodnormale dag.
Het zou eigenlijk nog zomer moeten zijn, maar het weer denkt daar anders over; buiten plenst het dat het giet. De bomen hier tegenover beginnen langzaam hun groene kleur te verliezen. Ook de bladeren zijn aan het verweer onderhevig. Elke storm veroorzaakt een beetje meer blad op het fietspad hier voor mijn huis.

Ik zit binnen. Voel mij thuis in mijn nieuwe huis. Dat 'nieuwe' is er onderhand wel wat af hoor. Na een paar maanden bewoning en een aantal oude vertrouwde gezellige avondjes met vrienden en familie begint dit toch echt als mijn plek te voelen.

Deze middag wilde ik de komst van de herfst verwelkomen. Geen gezeur over de regen, maar juist genieten van het knusse gevoel van mij thuis voelen terwijl buiten de storm raast.

De regen tikt tegen het raam en Frank Boeijen schalt uit mijn speakers. Hij bevestigd wat ik al weet: 'We luisteren en we liggen. De wind beweegt het raam. Regent het. Ja het regent. Goede nacht. Blijf zo maar liggen.'
Ik lig op de bank onder een plaid. Ook mijn katten en de hond hebben zich op een warm plekje genesteld. Er heerst een volkomen rust hier in de ruimte. Langzaam vult het huis zich met de geur van zelfgemaakte koekjes met banaan, havermout, rozijnen en chocolade.

Ik lig hier en bedenk mij dat het goed is. Dit gewone huiselijke moment op deze doodnormale dag.
De regen tikt nog eens tegen het raam en Frank verteld mij over een gevoel wat ik al had herkend: 'Je wordt vervuld. Vervuld van de oneindigheid.'

zaterdag 16 augustus 2014

Alleen in de bioscoop

Daar zat ik dan, alleen, in de bioscoop. Op de avond dat ik eigenlijk een date zou hebben met een ontzettend leuke jongen.
Het mocht niet zo zijn; zijn ex was mij voor en kwam hem terugclaimen voor ik überhaupt de kans kreeg in het 'echt' kennis met hem te maken.

Ik had best wel met mijzelf te doen. Juist op deze avond had ik graag wat gezelschap gewild, maar ook  mijn reddingsplan viel in het water. De vriendin in kwestie werd ziek en dus zat er niets anders op dan in mijn eentje naar de film te gaan.

Het was een worsteling die avond om voor mijzelf te kiezen door tóch naar de film te gaan, alleen of niet. Ik was bang voor weemoedige gevoelens en een 'Ik ben alleen op de wereld en niemand zal ooit met mij willen daten-gevoel.' Zielige ik had ontzettende medelijden met mijzelf...
Uiteindelijk haalde de gedachte dat ik mij thuis nog zieliger zou voelen mij over.

Ik zat daar dus alleen voor dat hele grote scherm en voelde mij steeds kleiner worden.

Sowieso was ik al in geen jaren meer naar de bioscoop geweest, maar dit keer zat ik daar ook zonder iemand aan mijn zijde te hebben. Eigenlijk was ik een  beetje bang dat anderen iets zouden denken als: 'Moet je die vrouw zien. Die heeft vast geen sociaal leven als ze in haar eentje in de bioscoop zit. Wat een triest persoon.'
In mijn fantasie zag ik andere bioscoopbezoekers al meelijwekkend naar mij kijken. Ik dook dus steeds een beetje dieper in mijn stoel en hoopte maar dat de film snel zou beginnen. Zielige, zielige ik.

Na de film liep ik over de boulevard en keek uit over een rustig stromende zee. Langzaam lukte het mij te ontsnappen aan het eenzame, zielige gevoel wat die avond de boventoon had gevoerd.
Elke golf leek een onrustige gedachte met zich mee te nemen en mijn blik verruimde zich net als het wijd uitgestrekte strand voor mij.
Ik leek dingen helderder te kunnen zien en zag ineens hoeveel oordelen over mijzelf ik op de onschuldige gezichten van mijn mede-bioscoopbezoekers had geplakt.

Zij hadden die avond waarschijnlijk totaal geen mening over mijn aanwezigheid gehad. Zij waren gezellig een avondje weg en maakten zich niet druk om de vrouw die een rij voor hen in de bioscoop zat.
Mijn hoofd had weer eens spelletjes met mij zitten spelen en het was fijn deze nu te ontmaskeren. Met het krijgen van dit inzicht kwam er ook ruimte voor andere gevoelens.

Ineens kon ik ook voelen hoe fijn het was geweest om mij een avondje aan helemaal niets anders te hoeven verbinden dan met die prachtige film op dat grote doek. Er was niemand om rekening mee te houden. Ik kon mijn tranen vrijuit laten lopen en de slappe lach krijgen op momenten die ík heel grappig vond.

Eigenlijk had ik mij, ondanks het zielige gevoel, heel vrij gevoeld. Ik had ervaren hoe het was om met mijzelf op stap te zijn en had best een leuke tijd gehad.

En is dat nou eigenlijk niet het belangrijkste ter wereld?

Dat je een leuke tijd met jouzelf kunt hebben. Want van jezelf kom je nou eenmaal nooit af. Voor eeuwig en eeuwig zal ik mijn metgezel zijn.

En gelukkig heb ik nu ervaren dat ik best een leuk gezelschap ben. :)